Mogelijk stond in 1252 al een waterrmolen op de plek. Peter Schoufs, pachter van de watermolen in 1561, is de naamgever van de molen. In het archief in Maastricht bevindt zich een akte uit 1663, een: Akte van overdracht voor de Iaatbank van Ittervoort, eigendom van het kapittel van Thorn, door genoemd kapittel van 10 bunder land bij de watermolen, Schouffshoff genaamd, aan Jakob Schouffs en Geritt van Keiart, waarbij de op dit goed rustende lasten waaronder 7 vaten rogge ten gunste van St.-Elisabethsdal, onverlet blijven.Grispen
Het oudste gedeelte van de watermolen dateert vermoedelijk uit 1630, verschillende steensoorten en metselverbanden wijzen op drie uitbreidingen in de 19e eeuw. Twee gevelstenen met jaartallen, 1822 en 1830, herinneren aan de verbouwingen. Midden 19e eeuw was Jan Mathijs Grispen eigenaar, daarna Lambert Grispen. Lambert overleed in 1885 en zijn kinderen lieten de boedel veilen, de molen ging over op Jean en Anna Grispen.[1]