Verslag van de excursie naar Kasteel Heeswijk en museum Krona

Terug naar Geschied- en heemkundige kring "Het Land van Thorn" 30-09-2023
Verslag van de excursie naar Kasteel Heeswijk en museum Krona door Wil Filott

Beschrijving

Op 30 september 2023 vond de najaarsexcursie plaats van de GHK Thorn, de kring Weert van het LGOG en De Aldenborgh. De reis ging ditmaal naar kasteel Heeswijk en museum Krona te Uden. De reisorganisatie had wederom voor uitstekend reisweer gezorgd: een zonnetje, gematigde temperatuur en weinig wind. Met een volle bus werd met een vertrouwd gezicht achter het stuur, Lei Ramakers, koers gezet naar kasteel Heeswijk. Dat bleek een eindje verwijderd van de parkeerplaats te liggen. Het gezelschap moest zo`n 800 meter over een oude, hobbelige klinkerweg, waar sinds zijn aanleg rond 1840 geen stratenmaker zijn vak meer heeft uitgeoefend, naar het kasteel lopen. In het voormalige koetshuis werden we ontvangen met één kopje koffie en een groot stuk appeltaart. Het kasteel Heeswijk en de bijbehorende gebouwen bleken perfect gerestaureerd te zijn: een plaatje te midden van een prachtige omgeving. In drie groepen vertelden deskundige gidsen in het kasteel meer over de geschiedenis van het kasteel en zijn bewoners. In de elfde eeuw werd er op de plek van het huidige kasteel een motteburcht gebouwd. In de loop der eeuwen is die burcht vervangen door een stenen waterburcht met een dubbele omgrachting. Het kasteel is in de loop der tijd bezit geweest van een twaalftal families.
Het heeft ook enkele beroemde “gasten” gehad. Prins Maurits sloeg rond 1629 bij het kasteel een kampement op met de bedoeling s`Hertogenbosch op de Spanjaarden te veroveren. Een onderneming die tot driemaal toe mislukte. Meer succes had zijn halfbroer Frederik Hendrik, de stedendwinger, die in 1629 `s Hertogenbosch innam.
In kasteel Heeswijk werd voor de prins een nog steeds intact zijnde ”prinselijke” slaapkamer ingericht. Bijzonder is dat in de slaapkamer voor de prins een “plonsplee” werd gebouwd, een toilet waarvan de inhoud rechtstreeks in de gracht plonsde.
Een andere beroemde gast was Lodewijk XIV, de zonnekoning, die tijdens het rampjaar 1672 (“redeloos, radeloos, reddeloos”) een nacht in het kasteel verbleef en het daarna liet verwoesten. Hij sloot daar met de Engelsen, het Verdrag van Heeswijk. Na herbouw werd het in 1795 bij de inval van de Fransen door Pichegru weer verwoest.
In 1835 kocht baron André de Bogaerde, afkomstig uit een rijke Brugse familie, het vervallen kasteel Heeswijk. André de Bogaerde had in 1830 bij het begin van de Belgische opstand de zijde van Oranje gekozen. In 1830 was hij door koning Willem I tot gouverneur van Noord-Brabant benoemd. Hij liet het kasteel herstellen en uitbreiden, ook om zijn uitgebreide kunstcollectie te kunnen herbergen. André de Bogaerde had een spilzieke zoon, die hij tot tweemaal toe van de financiële ondergang moest redden. Twee andere, ongehuwd gebleven zonen bleken het verzamelaarsgen van hun vader geërfd te hebben en gingen ook kunst verzamelen, wat weer tot uitbreiding van het kasteel noopte. Het kasteel kwam door vererving in handen van de laatste baron, Willem de Bogaerde. Helaas voor hem was in het testament bepaald dat gedurende 80 jaar het kasteel niet bewoond mocht worden. Willem verbouwde toen maar het koetshuis tot een woning. Hij ging daar met zijn echtgenote, barones Albertine, wonen. Een groot deel van de kunstschatten werd rond 1900 geveild. De veiling duurde vijf dagen en bracht meer dan een miljoen gulden op. Kopers kwamen uit gehele museale wereld in binnen- en buitenland. Tot de geveilde stukken behoorden ook twee schilderijen van Rembrandt, die zich nu in een museum in Londen bevinden. In 1976 werd het kasteel eigendom van de stichting Kasteel Heeswijk, die het prachtig gerestaureerd heeft. Bij de inrichting van het kasteel als museum bleek dat er ondanks de veiling nog ruim voldoende meubilair, schilderijen, kunstvoorwerpen en curiosa aanwezig waren om een prima overzicht te verschaffen van het leven in het kasteel in de tijd van baron André. Een deel daarvan hebben we tijdens de rondleiding kunnen aanschouwen. Intermezzo

Enigszins later dan de planning ,veroorzaakt door de grote interesse in het verhaal van een gids, kon de korte reis naar Uden aangevat worden. Ondanks het daardoor krappe tijdschema voor de lunch was iedereen keurig op tijd terug bij de bus en werd na een korte rit museum Krona bereikt.

Museum Krona

Het museum Krona bevindt zich in een gedeelte van het nog steeds in gebruik zijnde klooster van de zusters Birgitinessen in Uden. Het klooster is in 1713 in opdracht van de Birgitinessen, een kloosterorde afkomstig uit Zweden, gebouwd op de resten van een voormalig kruisherenklooster. In het klooster wonen thans nog vijf zuster in afzondering van de buitenwereld. De rondleiding gebeurde ook hier door drie deskundige gidsen. Na het levensverhaal van Birgitta, de stichteres van de orde, kregen we onder andere een modern, rijkversierd habijt te zien, ontworpen door de couturier Addy van de Krommenacker, afkomstig uit Uden. De zusters zijn overigens niet van zins een dergelijk habijt te gaan dragen.
Een ander bijzonder voorwerp was een deken met daarop een torso van een man met een getatoeëerd lijkend gekroond Christushoofd. Aandacht trok ook een metersbrede fotocompositie van het laatste avondmaal. Bijzonder is dat de daarop afgebeelde personen allemaal jongens met het syndroom van Down zijn. De maker van de foto, de rus Raoef Mamedov, is na de Russische inval in de Oekraïne gearresteerd en zit waarschijnlijk nu nog in de gevangenis.

In het museum bevindt zich ook een grote collectie oude schilderijen met religieuze afbeeldingen en standbeelden. Bijzonder zijn de felgekleurde schilderijen uit de zestiende eeuw uit Antwerpen en omgeving, geschilderd in maniëristische stijl.
Ook de huidige tijd is goed vertegenwoordigd met onder andere een dubbele, vergulde bokaal opgebouwd uit dierfiguren.
Verder is er kamer met een serie opengewerkte klokken, met als gewichten voorwerpen uit het dagelijkse leven in terra cotta. De tijden op de klokken corresponderen met de tijdstippen waarop de Birgitinessen dagelijks hun godsdienstig rituelen hebben.
Zowel de dubbele bokaal als de klokken zijn vervaardigd door de kunstenaar Guido Geelen, afkomstig uit Thorn.
In het museum was ook een tijdelijke tentoonstelling “Krona als Hoofdzaak”. Aan de hand van de tentoongestelde hoofddeksels, schilderijen en foto`s werd de betekenis van hoofddeksels in de sociale rangorde en de ontwikkeling van hoofddeksels geschetst. Speciale aandacht werd besteed aan een hoofddeksel van de voormalige koningin Beatrix. Haar hoofddeksels hadden een min of meer vaste vorm en waren gemodelleerd naar haar kapsel. Ook waren veel hoeden uitgestald die vrouwelijke parlementariërs hebben gedragen tijdens Prinsjesdag. Daarin is een tendens te bespeuren dat de draagsters de laatste jaren met de hoed ook blijk willen geven van een politieke keuze. Als anekdote werd vermeld dat de “traditie” van de hoedjes op Prinsjesdag is begonnen met Erica Terpstra, die uit solidariteit met de hoeddragende koningin Beatrix ook een hoed ging dragen.
Slot
Na afloop van de rondleiding was er gelegenheid om het museum op eigen houtje te bezoeken. Ook kon iedereen een drankje nuttigen in de grote zaal. Daarna bracht Lei Ramakers ons terug naar Weert en Thorn waar we precies op de geplande tijdstippen arriveerden. De deelnemers aan deze excursie hebben kunnen genieten van een boeiende, leerzame en aangename dag.