Grens:Grenspaal 139
Terug naar Grens:Grenspalen
Proces-verbal de 1843Article cinquante-sixième.
Limite entre la commune de Neeritter (Pays-Bas) et celle de Kessenich (Belgique).
§ 1. Du dernier point fixé ci-dessus, la limite, continuant dans la même direction, sépare les parcelles 555 et 554 A de Kessenich, de celles 128, 1132, 1131 et 132 À de Neeritter, suit un fossé entre les parcelles 551, 550 A de Kessenich et 132 A de Neeritter et atteint le ruisseau dit Itter. Une petite borne indiquera ce point. Delà, la limite, tournant au Sud, remonte l'axe du dit ruisseau jusqu'au pont du chemin dit Molenstraat ou Kessener-weg, où une borne A(n0. 138) sera plantée.
§ 2. Delà, la limite se dirigeant par le milieu d'ùn fossé communiquant avec l'Itter et qui clôture, en faisant trois angles principaux, les dépendances du château de Kessenich, sépare les parcelles 541, 540, 539, 537 et 533 A de Kessenich, de celles 757, 765 et 764 A de Neeritter et atteint de nouveau le ruisseau dit Itter. Une petite borne indiquera ce point et trois autres petites bornes seront placées aux angles sus-indiqués.
La limite remonte ensuite, vers le Sud-Ouest, le milieu de l'Itter, et en suit toutes les sinuosités, jusqu'au pont dit Vrinsenbrug, établi entre un chemin de campagne de la commune de Kessenich et la parcelle 842 A de Neeritter. Deux petites bornes seront placées près des ponts établis sur l'Itter et appelés Lakerbrug et Heukenhover-brug, et une grande borne (no. 139) sera plantée près du Vrinsenbrug. Cette dernière indiquera le point où la limite quitte l'ancienne délimitation communale pour se diriger à travers la commune de Neeritter.[1]
Proces-verbaal van 1843ARTIKEL 56
Grens tussen de gemeenten Kessenich (België) en Neeritter (Nederland)
§ 1. Van het laatste punt, dat hiervoor werd vastgesteld, gaat de grens in de zelfde richting verder, scheidt de percelen 555 en 554 A van Kessenich van 128, 1132, 1131 en 132 A van Neeritter, volgt een sloot tussen de percelen 551, 550 A van Kessenich en 132 A van Neeritter, en komt aan de beek, genaamd Itter. Een hulpsteen zal dit punt aangeven.
Van daar draait de grens naar het zuiden, gaat weer langs het midden van de beek tot aan een brug van de weg, genaamd Molenstraat of Kessenerweg, waar een grenspaal (No. 138) zal worden geplaatst.
§ 2. Van daar gaat de grens naar het midden van een sloot, die in verbinding staat met de Itter en die om de bijgebouwen van het kasteel van Kessenich gaat, waarbij drie belangrijke hoeken worden gemaakt, scheidt de percelen 541, 540, 539, 537 en 533 A van Kessenich, van 757, 765 en 764 A van Neeritter en komt opnieuw aan de beek, genaamd Itter. Een hulpsteen zal dit punt aangeven, en drie andere zullen worden geplaatst op de drie hiervoor vermelde hoeken.
De grens herneemt vervolgens in zuidwestelijke richting het midden van de Itter, die ze in al haar kronkelingen volgt, tot aan de brug, genaamd Vrinsenbrug, geplaatst tussen de landweg van de gemeente Kessenich en het perceel 842 A van Neeritter.
Twee hulpstenen zullen bij de bruggen over de Itter, genaamd Lakerbrug en Heukenhoverbrug worden geplaatst, en een grenspaal (No. 139) zal bij de Vrinsenbrug worden geplaatst.
Deze laatste zal het punt aangeven, waar de grens de oude gemeentegrens verlaat, om door de gemeente Neeritter te gaan. [2]
Bronnen, noten en/of referenties: |
|